Wanneer wielrennen en windsurfen samenkomen: de kunst van het beachracen

Het is een atypisch beeld: een meute enthousiaste fietsers die over golfbrekers rijden en gigantische waaiers vormen op het strand. Beachracen is een discipline die elk jaar aan populariteit wint en eind december 2015 voor het eerst een Belgisch Kampioenschap kende. Aanstaande zondag is Bredene het decor voor dit spectaculair gebeuren. We lieten ons volledig onderdompelen in de wereld van strandbanden en de massastart en spraken af met Filip Meirhaeghe en Daan Soete.

Wie Filip Meirhaeghe ziet, denkt automatisch aan mountainbiken en aan zijn zilveren medaille op de Spelen van Sydney. De Oost-Vlaming is echter van meerdere markten thuis. “Ik heb zelf ooit op het podium van het BK ploegkoers gestaan”, merkt hij fijntjes op. En ook met beachracen heeft hij affiniteit. In 2001 won hij de prestigieuze Beach Endurance in De Panne, die in de volksmond ‘de moeder aller strandraces’ wordt genoemd.

Massastart

“Beachracen is totaal wat anders dan mountainbiken”, valt hij met de deur in huis. “Het begint al bij de start, want iedereen staat er naast elkaar. Voor de grote namen wordt meestal wel een goed plekje voorzien. Vervolgens is er meteen een enorme krachtinspanning waarbij de brede groep geleidelijk een lange sliert wordt. De kleppers komen tot enorme wattages. Er doen wel amateurs mee, maar ze maken geen kans om aan kop te komen.”

Vervolgens is alles afhankelijk van de positie van de wind. “Die speelt echt een essentiële rol. Als je deze vol in de rug hebt, gaat de snelheid boven de 50 kilometer per uur. Met de wind op kop haal je nog geen 30 kilometer per uur. Als je hier gaat fietsen, dan doe je één uur over de heenweg en twee uur over de terugweg (of andersom).” Iets wat Daan Soete zeker kan beamen: “Ik kom vandaag uit Oostduinkerke en het is echt duwen om vooruit te komen tegen de wind.”

Waaiers

Wie wil scoren in de beachrace, moet in waaiers kunnen rijden. “Je moet echt je krachten sparen en rekenen op de andere renners om de koppositie in te nemen. Er zal er altijd wel eentje zich geroepen voelen”, lacht Meirhaeghe. “Het gaat zo snel dat er van een soort vroege vlucht geen sprake zal zijn”, pikt Soete in. “Wie solo gaat, botst hoogstwaarschijnlijk op de muur.”

De voormalige mountainbiker laat zijn kennersoog vallen op het zand en analyseert het bandenspoor. “Je moet altijd zoeken naar de plek waar het strand het hardste ligt. Daar kan je energie sparen. Dat is soms wel even zoeken, want het zand wordt wel lichter als het dichter bij het water ligt, maar te dicht is ook weer niet goed. Ergens tussenin ligt de ideale rijstrook.”

Natuurlijk vallen ook de fietsen op. Op het BK is het verplicht om met een mountainbike te starten, maar je mag hier wel gebruikmaken van een gebogen beachracestuur. De minimale bandbreedte moet 40 millimeter bedragen. Na uitgebreid onderzoek besloot Daan Soete om voor onze Probe RS te gaan. Deze bouwde hij samen met onze mecanicien Karel Lenaers volledig op met een racestuur en echte zandbanden.

0,7 bar

Met exemplaren van 60 millimeter breed en amper profiel valt ‘het schoeisel’ van Daan wel op. “Ik doe maar 0,7 bar in de banden. Dat is gebruikelijk bij zanderige ondergronden, al is het wel nog een pak minder dan in het veldrijden.” Volgens Meirhaeghe is dat niet onlogisch: “Je wil uiteindelijk met een zo groot mogelijk oppervlakte van de band het zand raken. Dat betekent dus een heel breed profiel zonder al te veel noppen.”

Op de golfbrekers flirt Soete met het raken van de velg. “Er is wel een verschil tussen het type golfbrekers. Elders aan de kust zijn ze heel kort en gevaarlijk, in Bredene zijn ze wat langer en beter doenbaar. Het is een soort gigantisch wasbord, uitgestrooid over de kustlijn”, merkt hij op. “En toch zie je hier elk jaar accidenten. Er zijn al heel wat sleutelbenen gebroken op de golfbrekers”, herinnert Meirhaeghe zich.

Door het minimalistisch decor, de aparte wedstrijdstrategie en de specifieke fiets onderscheidt beachracen zich van andere disciplines. De laatste jaren boomen deze wedstrijden dan ook en zit de sport in de lift. Heel wat profrenners wagen zich inmiddels ook aan dit uitstapje. “En ook op tv zie je tegenwoordig wedstrijdbeelden”, voegt Meirhaeghe nog toe. “Maar als ik Daan zondag op kop zie rijden waar het niet nodig is, zal ik hem toch een vermaning moeten geven”, knipoogt hij.
Contacteer ons